Beste periode om de tocht de maken
De beste periode om een trektocht te doen in de hoge Alpen, wordt bepaald door de hoeveelheid en timing van sneeuwval van de afgelopen winter. Ook de koude en slecht weer in de herfst hebben invloed. De Walker’s Haute Route passeert verschillende hoge passen en een aantal afgelegen, moeilijk bereikbare stukken met veel sneeuwbeddeking. Deze stukken van de wandeling kunnen problemen en zelfs gevaar opleveren. Daarom is het aangeraden om in een normale periode van het jaar te gaan. De aangeraden periode om de wandeling te starten is begin juli. Tijdens enkele van de laatste jaren was dat zelfs te vroeg om te starten, maar normaal gezien heeft de sneeuw dan plaats gemaakt voor bloemen in volle bloei. Houd er echter rekening mee dat het niet ongebruikelijk is dat in delen van de Alpen zelfs midden augustus plotseling sneeuwstormen voorkomen.
In de hoge zomerperiode van juli tot midden augustus, wanneer de paden het drukst zijn, kunnen de temperaturen oplopen tot 25–30 ° C, zelfs op een hoogte van 2500 m en meer, en er kunnen veel onweersbuien voorkomen, meestal vanaf halverwege de middag De herfst begint half september en brengt vaak lange perioden met mooi weer met heldere luchten overdag en de eerste nachtvorst ’s nachts. Eind september zijn de meeste hutten gesloten, behalve een eenvoudige ‘winterkamer’ die open blijft met basisvoorzieningen. Oktober kan magisch zijn wanneer de larikshouten in goud veranderen en struiken op de heuvels in vuur en vlam staan met scharlakenrode bladeren. Maar hevige regen en de eerste sneeuw die in de winter op de hogere heuvels valt, kan het wandelen op grote hoogte beperken, of op zijn minst het plezier verminderen.
Wegmarkeringen Walker's Haute Route
De meeste paden van deze route werden eenwenlang gebruikte door boeren, handelaren en jagers. In Zwitserland zijn er twee soorten officiële wandelpaden die zijn aangegeven en gemarkeerd volgens een gemeenschappelijke standaard. Gele wegwijzers dragen de namen van belangrijke historische bestemmingen zoals een pas, meer, hut of dorp, vaak met geschatte tijden in uren en minuten. Deze bevinden zich meestal in het dal of langs heuvels op bescheiden hoogte.
Tekens in verf, wit-rood-wit (zoals op de foto) kom je dan weer tegen op paden die ruwer, smaller en minder regelmatig gebruikt worden. Bij slecht weer moet je zeker goed opletten dat je de tekens niet mist. Een derde type van wegmarkering is een blauw-witte streep van de Alpenroute.
Het is altijd aan te raden om een kaart en kompas mee te nemen.
Moeilijke etappes
Enkele stukken van de weg die momenteel moeilijk zijn:
- De afdaling van de Fenêtre d’Arpette naar Champex
- Tussen Col de Louvie en Col de Prafleuri, waar het pad vooral over rotsen en rotsblokken loopt
- Col de la Chaux
- Col de Riedmatten
- De Europaweg. Dit is het meest indrukwekkende en spectaculaire deel van de wandeling. Maar ook het meest gevaarlijke. Op sommige plaatsen is het pad zeer smal en hangen er touwen, maar vaak in slechte staat. Ook passeer je gebieden waar regelmatig rotsblokken naar beneden vallen. Hou aandacht voor de waarschuwingssignalen.
Let op: De Europaweg is maar open in een korte periode van het jaar. Toen wij de wandeling stapten, ging de Europaweg net op tijd open. Bij ons stond dat deel van de trektocht op de agenda op 30 juni.